In deze blog handelen we een aantal populaire termen op muziekgebied. Je komt ze tegen als je in een band speelt, wanneer je bladmuziek doorneemt of wanneer je praat over muziek met professionals, leraren of andere studenten. Heb jij zelf aanvullingen voor onze lijst muziektermen? Neem dan contact met ons op.
Allegro komt uit het Italiaans. Het geeft aan dat het muziekstuk opgewekt en vrolijk is. Het tempo is van 126 tot 138 tellen per minuut.
Allegretto is Italiaans voor ‘een beetje Allegro.’ De bedoeling is dat er ietsje minder snel, maar wel sierlijker moet worden gespeeld dan in Allegro. Het tempo is van 92 tot 120 tellen per minuut.
Andante komt oorspronkelijk uit het Italiaans. Het geeft het tempo van een muziekstuk aan. Andante betekent een matig langzaam en rustig tempo. Het komt neer op een tempo van 69 tot 84 tellen per minuut.
BoogieWoogie komt uit het Amerika van de 19-de eeuw. De linkerhand speelt een strak ritme met veel van dezelfde loopjes, terwijl de rechterhand vrij is en zelfs een tegendraads ritme mag produceren. Vaak blues- of jazz-achtig.
Forte is een Italiaanse muziekterm die betekent dat er luid moet worden gespeeld. Men geeft het aan onder de muziekpartij als een cursieve en vet gedrukt f. Als het nog harder moet wordt het Fortissimo genoemd en aangeduid als ff onder de bladmuziek.
Honky-tonk is een muziekstijl die is ontstaan in 1940 in de bloeiende oliestaat Texas. Om boven het lawaai in de kroeg uit te komen maakte men gebruik van elektrische gitaar en drums. Erg beïnvloed door swing en Boogiewoogie.
Jamsessie – Wanneer een groepje muzikanten bij elkaar komt en spontaan met elkaar muziek gaat maken. Meestal in de vorm van jazz of popmuziek.
Klavier is het toetsenbord van een muziekinstrument, zoals bijvoorbeeld een piano, orgel, keyboard en klavecimbel. Het bestaat meestal uit witte en zwarte toetsen.
Largo (afkomstig uit het Italiaans) betekent ‘breed.’ De bedoeling is dat het muziekstuk breed wordt gespeeld, dus zeer langzaam en gedragen. Het tempo ligt tussen de 40 en 60 tellen per minuut.
Legato komt uit het Italiaans. Het betekent gebonden. De noten moeten vloeiend verbonden met elkaar worden gespeeld.
Lento is Italiaans voor heel langzaam. Het betekent eigenlijk ‘slepend.’ Het gaat om een tempo van 40 tot 48 tellen per minuut.
Metronoom is een apparaat dat het tempo van de muziek aangeeft. Hij is in te stellen voor een bepaald aantal tellen per minuut. De metronoom kan zowel mechanisch zijn als elektronisch. Als het mechanisch is lijkt het op een ouderwetse klok met een omgekeerde slinger. Die beweegt heen en weer en geeft een tik in elke uiterste stand. Elektronisch is hij vaak ingebouwd in een digitale piano. Los wordt hij gebruikt voor bijvoorbeeld een gitaar.
Octaaf – Komt van ‘octavus’ dat in het Latijn ‘achtste’ betekent. Op een toetsenbord is van C naar de volgende C precies een octaaf. Of van D naar de volgende D. Dan heb je precies 8 tonen van begin tot eind.
Pianissimo is een Italiaanse term die betekent dat een passage zeer zacht moet worden gespeeld. Het wordt aangegeven als pp in het muziekstuk.
Poco is van origine Italiaans en betekent ‘een beetje.’
Presto is wederom Italiaans en betekent ‘snel.’ Dat betekent ongeveer 3 tellen per seconde. Is dus erg snel.
Quatre-mains is een Franse term en betekent vier handen. Je speelt met zijn tweeën tegelijk op een klavier, waarbij de ene de bovenkant en de ander de onderkant voor zijn rekening neemt.
Staccato betekent dat de noten los van elkaar moeten worden gespeeld, terwijl het tempo gelijk blijft. Het wordt genoteerd met een punt boven elke noot.
Toonladder is een stijgende of dalende opeenvolging van tonen of toonhoogten.
Transponeren is het overbrengen van een muziekstuk naar een andere toonhoogte. Bijvoorbeeld zodat iemand dan wel goed kan meezingen, terwijl eerst te laag was.